Père
Glencross, Pasteur Doucé, Michel
Caignet, Hubert Védrine, Jean-Manuel
Vuillaume, Philippe Carpentier, C.R.I.E.S, avec Bernard Alapetite,
du réseau Coral
Zandvoort-Toro Bravo...
en de Elysée connectie
Jacqueline de Croÿ - Traduction: Eheu
Het verband tussen Pastoor Glencross. Dominee Doucé, Michel Caignet,
Hubert Védrine, Jean-Manuel Vuillaume, Philippe Carpentier, C.R.I.E.S.,
en Bernard Alapetite van het Coral-netwerk.
In het dorp Saint-Léger-des-Vignes, in midden-Frankrijk, staat een
hoekhuis met een pastoorstuin waarom een hek staat. Pastoor Glencross
woonde daar met zijn 5 zonen, pubers die hij had geadopteerd. Ze
kwamen allemaal uit Columbia, behalve de laatste die uit Peru kwam.
Zodra éen van de jongens uit het huis wegging, ging pastoor Glencross
terug naar Columbia om een andere jonge jongen te gaan halen.
De pastoor had veel gevoel voor humor en hij had vrienden met veel
macht, zoals Hubert Védrine, de woordvoerder van de Franse President,
Védrine woonde officieel op het adres van Glencross, dat had met
de verkiezingsstrategie van de socialistische partij te maken. Er
waren geruchten die door toedoen van een aantal mensen dorpsroddels
werden. Veel mensen zagen hem als een eerwaardig mens, totdat de
politie in de zomer van 1990 30.000 foto's ontdekte: de grootste
kinderpornofoto-studio van Europa.
Pastoor Glencross was bevriend geraakt met Dominee Doucé, een militante
homosexueel, ex-minnaar van Philippe Carpentier die voorzitter was
van het netwerk C.R.I.E.S., en van Michel Caignet, een militante
neo-nazi wiens gezicht door een bijtende vloeistof was verminkt.
De laatstgenoemde was de uitgever van het tijdschrift "Gaie
France Magazine', en maandblad met een oplage van 15.000 en waarvan
een Portugese editie bestond, De homo-gemeenschap verweet hem dat
zijn tijdschrift een pedofiel karakter had en wilde dat Caignet
bij het tijdschrift ontslagen werd. Dominee Doucé was Caignet toen
te hulp geschoten, door de abonnementen-administratie op zich te
nemen. Hij nam ook foto's van
Pastoor Glencross en publiceerde ze in het tijdschrift.
Een medewerker van de neo-nazi en de dominee was Jean-Manuel Vuillaume,
een fotograaf die een galerie had op twee honderd meter van de Senaat
in Parijs, en in die galerie hield hij tentoonstellingen van zgn.
'artistieke' foto's van naakte kleine jongetjes. Zijn officiële
inkomen was hoog voor die tijd, bijna 350.000 euro per jaar. Vuillaume
had een pied-à-terre in Bogotá, de hoofdstad van Columbia, waar
pastoor Glencross meerdere van zijn 'zoons' had 'geadopteerd'. Hij
draaide er pornografische films waarin kinderen optraden. De cassettes
met die video's werden in Frankrijk voor 120 euro per stuk verkocht.
Net nadat pastoor Glencross in de gevangenis gezet was, werd dominee
Doucé ontvoerd. De eerste stierf aan een hartaanval, en de laatste
werd kwam door een aantal kogels om het leven in het bos van Rambouillet
in de buurt van Versailles. De zaken tegen Caignet en Vuillaume
werden deels geseponeerd. Men lijkt de zoons van pastoor Glencross
vergeten te zijn. De zaak Toro Bravo werd gesloten, de woordvoerder
van de franse President werd nooit ondervraagd.
Een
tweede Toro Bravo-zaak ontstond eind '94 doordat bij een directie-medewerker
van een bedrijf in Parijs een video-cassette in beslag genomen werd.
Bij die zaak waren ook de mannen uit de eerste Toro Bravo-zaak die
nog in leven waren, betrokken. In 1996 leidde een grote politie-operatie
tot de arrestatie van 72 personen, waaronder een medewerker van
de bende van Bernard Alapetite, een cineast die zowel kunst-films
als films met een pedofiel karakter maakte. Alapetite leidde de
politie naar het netwerk 'Ado 71', hetgeen aanleiding gaf tot 814
huiszoekingen, 686 arrestaties, 103 strafrechtelijke onderzoeken,
en 5 zelfmoorden.
Het netwerk 'Toro Bravo' bleek ook verbonden te zijn met het Zandvoort-netwerk,
want in 1998 werden de foto's van Vuillaume aangetroffen in de archieven
van het Nederlandse netwerk, tussen de foto's die door het Zandvoort-netwerk
via twee vertakkingen ervan, Apollo en Wonderland, via internet
verkocht werden. Bernard Alapetite was bovendien actief in het Coral-netwerk.
|