|
Bernard
Alapetite: arrestation dans le cadre du réseau Toro
Bravo |
Zandvoort Coral
& Toro Bravo: Bernard Alapetite
Jacqueline de Croÿ - traduction: Eheu
Bernard Alapetite, geboren op 2 april 1951 in Saint-Maur in de
buurt van Parijs, is een van de cineasten die de pedo-socialistische
en de neo-nazi takken van het Zandvoort netwerk met elkaar verbinden.
Hij was in 1992 éen van de driehonderd veertig 'kunstenaars' tegen
wie een arrestatie bevel werd uitgevaardigd, omdat ze ervan vedacht
werden de 'levensplek' le Coral bezocht te hebben om er gehandicapte
kinderen te misbruiken. Hem overkwam dus het zelfde als een flink
deel van de huidige hoge magistraten, waaronder de rechter die naakt
gefotografeerd
werd op het moment dat hij bezig was een een klein jongentje te
misbruiken, en die toevallig de voorzitter is van een van de organisaties
van Bernard Kouchner, de huidige minister van Buitenlandse Zaken.
Allemaal mensen uit de 'high-society', waaronder dertien hoge ambtenaren
die 'gefaald' hadden in de zaak van de verdwenen kinderen uit Yonne
en in die van Claude Dunant die zijn kelder ingericht had als martelkamer
waar twee jonge gehandicapte meisjes meer dood dan levend uit gekomen
waren.
De
affaire Coral was nog maar nauwelijks in de doofpot gestopt, of
Bernard Alapetite begon met het uitgeven van een kinderpornografisch
tijdschrift met de naam Backside (1983-1985), waarna de tijdschriften
Jean's (1985), Eklat (1985), Beach Boys (1984-1986), en Photokid
(1996) volgden. Maar zijn politieke gezindheid veranderde: hij bleef
socialist, maar voegde zich tegelijkertijd bij de neo-nazistische
'Onderzoeks en studie groep voor de Europese Beschaving' (GRECE),
een verband van verschillende elitistische rechts-extremistische
splintergroeperingen die na de Algerijnse oorlog ontstaan waren.
De leider van GRECE was Alain de Benoist, een franse schrijver-journalist,
kind van een katholieke famile uit de haute-bourgeoisie van het
platte land die een europees eugenetisch nationalisme na streefde.
Alapetite knoopte nauwe banden aan met Jean-Manuel Vuillaume die
een studio voor de productie van kinderporno-video's in Columbia
had en een galerie die op twee honderd meter van de Senaat in Parijs
gevestigd was en waar hij 'arstistieké' foto's van naakte kleine
jongetjes exposeerde, terwijl hij ook nog uitgever was van het tijdschrift
Palestra.
Had deelde dezelfde ideologie als Michel Caignet, een uitgever van
kinderpornografie met een verminkt gezicht, wiens tijdschriften
keer op keer verboden werden, waarna hij ze steeds weer onder een
andere naam uitgaf: Gaie France Magazine, Alexandre, Sparte, etc.
Dominee
Doucé was hem te hulp geschoten en had hun de bescherming van het
Elysée bezorgd, via de katholieke Glencross die pastoor was in Saint-Leger-des-Vignes
en bij wie Hubert Vedrine, de latere minister van Buitenlandse Zaken
van Francois Mitterand, woonachtig was sinds 1977, in het kader
van zijn ambitie om daar in de gemeente-raad gekozen te worden.
De pastoor adopteerde elk jaar een kind uit Columbia, en het laatste
kind dat hij adopteerde kwam uit Peru: zo woonden er bij hem steeds
vijf kinderen, die de gewoonte hadden om te 'verdwijnen' zodra ze
meerderjarig waren. In het kleine huisje op de hoek van de straat
zat de grootste kinderporno studio van Frankrijk verstopt: er werden
30.000 foto's van de kinderen aangetroffen die geadopteerd werden
om ze naakt te laten poseren voor de tijdschriften van de bende,
tegen 50 franse franc per seance.
De affaire explodeerde in 1990. Net nadat pastoor Glencross was
gevangengezet, verdween dominee Doucé. De eerste stierf aan een
hartaanval, de laatste werd met meerdere pistoolschoten om het leven
gebracht en naakt teruggevonden in het Rambouillet bos vlakbij Versailles.
Niemand weet wat er van de geadopteerde kinderen van de pastoor
van St. Léger is geworden. Hubert Vedrine liet nooit blijken welke
emotie de verdwijning van zoveel jongens uit het huis waar hij woonde
bij hem veroorzaakt had, of hoe het kon dat hij niets gemerkt had
van wat er in dat huis gebeurde.
Een tweede Toro Bravo zaak ontstond in '94 toen bij een lid van
het hoger personeel van een bedrijf in Parijs een video-cassette
ontdekt werd, wat uiteindelijk in 1996 uitmondde in de arrestatie
van de nog in leven zijnde verdachten uit de eerst Toro Bravo-zaak
en in die van Bernard Alapetite, samen met 71 producenten en kopers
van video's met een pedofiel karakter.
Het
jaar daarop was Alapetite nog maar net wegens goed gedrag op vrije
voeten gesteld, hoewel hij drie keer voor dezelfde feiten veroordeeld
was en vele malen de zelfde misdaden had gepleegd, of hij werd opnieuw
gearresteerd in het kader van het oprollen van het netwerk 'Ado
71' waarbij 814 huiszoekingen werden verricht, 686 arrestaties en
103 strafrechtelijke onderzoeken uitgevoerd, terwijl er tijdens
die operatie 5 personen waren die een eind aan hun leven maakten.
Terwijl de Franse Justitie juist heel goed werk had verricht, werd
ze bekritiseerd omdat ze de mensen die de schande om door justitie
ondervraagd te worden over kinderverkrachtingen niet aankonden,
niet met genoeg tact behandeld zou hebben.
De Stichting Werkgroep Morkhoven had al tien jaar onderzoek gedaan
naar de Belgische, Portugese en Nederlandse vertakkingen van dit
netwerk, voordat ze in 1998 alle bewijsstukken in handen kreeg.
Daaronder bevond zich de collectie van Jean-Manuel Vuillaume, die
zo ijdel was dat hij zijn kinderporno-foto's ondertekende, en tevens
materiaal van al de belangrijkste daders van de netwerken le Coral
en Toro Bravo. In totaal was er sprake van 90.081 slachtoffers.
Bernard Alapetite en zijn medeplichtigen werden in 2000 veroordeeld
als zijnde leden van een uitsluitend Frans kindermisbruik-netwerk,
zonder banden met België, Nederland en Portugal, hoewel duidelijk
bewezen was dat die banden er wél waren.
In 2007 zijn al die mensen weer op vrije voeten, en het is niet
waarschijnlijk dat ze van de zucht naar het geld dat hun handel
opleverde, genezen zullen zijn, zodat ze alle mogelijkheid hebben
opnieuw te beginnen. Zodoende was het begrijpelijk dat Alapetite
verdacht werd betrokken te zijn bij de ontvoering van het Portugese
meisje Maddy.