Tijdens onze wandeling met Tsjetseense sympathisanten
van Arbi Zarmaev afgelopen dinsdag hingen er
overal in de lucht boven Brussel helikopters.
Politieauto’s met loeiende sirenes maakten de
doorgang vrij voor tientallen politie-busjes.
Enkele van die busjes werden voor het Paleis
van Justitie geparkeerd, de rest voor het Parlementsgebouw.
zodat de omgeving van het Koninklijk Paleis
goed in de gaten gehouden kon worden zonder
de koninklijke familie bij het ontbijt te storen.
De Tsjetsjeense gemeenschap was vanuit overal
in België naar Brussel gekomen om een brief
in de koninklijke brievenbus te deponeren, om
de Koning op de hoogte te stellen van de vervolging
van een van hun helden. Hun bericht eindigt
als volgt: Wij groeten de Koning der Belgen
en wij zouden hem enorm dankbaar zijn als hij
ons zou accepteren als zijn onderdanen op een
gelijke manier als hij dat met het Belgische
volk doet, en we vragen hem te willen geloven
dat wij als hij dat van ons verlangt bereid
zijn België te verlaten, maar dan wel samen
met commandant Arbi Zarmaev, ongeacht de gezondheidstoestand
waarin deze verkeert.
Een coalitie van psychopathen die België in
haar greep houdt door de vorming van een door
de gekozen parlementsleden voorgestelde regering
te blokkeren, probeert intussen mensen tot geweld
aan te zetten om zo de bouw van ˙˙speciale gevangenissen
voor extremistische moslims˙˙ te rechtvaardigen.
Ze probeert gevangenisbewaarders te sussen die
zich gechoqueerd voelen door het feit dat hun
collega’s een premie ontvangen om gevangenen
met dwang te drogeren in ˙˙speciale zwaarbeveiligde
eenheden˙˙ zoals dat in Rusland gebeurt om ze
tot zelfmoord te dwingen.
Commandant Arbi Zarmaev is zo’n Tsjetsjeense
oorlogsheld die onder dwang gedrogeerd wordt
en gemarteld door hem in afzondering te houden
en te behandelen met behulp van methodes die
ontwikkeld zijn door wetenschappers om het brein
kunstmatig van bepaalde stimuli te beroven die
het nodig heeft, maar waarin de gevangene het
zelf voorziet louter en alleen door te bidden.
Hij wordt nog steeds gevangen gehouden, ondanks
het feit dat het Europese Hof voor de Rechten
van de Mens zijn uitzetting naar Rusland heeft
verboden waarbij men hem wilde uitwisselen tegen
Belgen die in dat land gevangen zitten.
Zijn familieleden en hun aanverwanten zijn
al een tijdje voor het afgesproken tijdstip
bij het Parc Royal tegenover het Koninklijk
Paleis gearriveerd. Toen vader Zarmaev het aantal
politie-busjes zag dat aan kwam rijden, vroeg
hij om iedereen die gekomen was om hem te steunen
per mobiele telefoon te vragen buiten de afgezette
zone te blijven, omdat hij niet wilde zien gebeuren
dat anderen het zelfde lot zou overkomen als
zijn zoon door ook in een Belgische gevangenis
gemarteld te worden.
Vervolgens kwam de anti-terrorisme eenheid
aan, met 18 tot de tanden bewapende politieagenten.
Ze waren niet in gevechtstenue, anders dus dan
de herrieschoppers die ons drie weken geleden
bij het Europese Parlement omsingeld en omvergelopen
hadden om ons ons protest-spandoek af te pakken.
Ze gaven de Tsjetsjenen het bevel om zich te
verspreiden, zo niet dan zouden ze aangehouden
worden en 12 uur in de politie-cel worden opgesloten.
De Tsjetsjenen begonnen met zijn allen te lachen.
Een van hen zei tegen me dat de repressie elk
jaar erger werd.
We verspreidden ons dus in kleine groepjes
over het park. Ik deelde slagroomijsjes uit
aan de zoons van Arbi Zarmaev, terwijl we wachtten
op de aankomst van ˙een gevaarlijke informatie-terrorist˙,
te weten Jan Boeykens, de voorzitter van de
NGO Morkhoven. Deze arriveerde vervolgens met
een spandoek met de zelfde tekst erop als drie
weken geleden: 'Free Arbi Alive’. De recidivist
stelde zich meteen op in 'foto-positie’, wat
streng verboden is tegenwoordig in België als
je van plan bent om het geweld van psychopathische
ministers aan de kaak te stellen.
Katholieke 'terroristen’ ontrolden vervolgens
'de bom’, namen drie foto’s en rolden hem dan
weer op, wat niet meer dan 15 seconden in beslag
nam. Drie politieagenten slaagden er echter
in nog voor die 15 seconden voorbij waren, ons
te omsingelen. De 15 anderen volgden snel: ˙˙U
gaat boeten voor uw wangedrag˙˙, zei een gendametje
tegen mij. Ze waren in de veronderstelling dat
ze het recht hadden om opnieuw ons spandoek
in beslag te nemen, onder het mom van 'anti-terrorisme’.
- ˙˙Geen sprake van˙˙, antwoordde Jan, tegelijk
het delict 'ontsnapping’ plegend, onder aanvoering
van het motief dat spandoeken nog steeds niet
tot de categorie verboden wapens behoren. Een
van de agenten zette onmiddellijk de achtervolging
in, maar een van zijn collega’s hield hem tegen
met de woorden 'laat maar gaan’.
Ik vroeg welke wet mensen verbood in een openbaar
park voor het Koninklijk Paleis foto’s te nemen,
hetgeen nogal wat verlegenheid veroorzaakte.
De agenten keken elkaar aan en stamelden 'uh’,
'uh’, maar het gendametje dacht het juiste antwoord
te weten : ˙˙Dat staat in de politie-verordeningen,
nummer uh,..uh...˙˙. Ik maakte de agenten vervolgens
attent op het feit dat ze niet eens wisten wat
we daar aan het doen waren. Maar het bleek al
gauw dat een paragraaf van de politieverordeningen,
nummer 'uh, uh’, voorschreef dat er gereageerd
diende te worden met volslagen nonsens op vragen
n.a.v. antwoorden die eindigen op 'uh, uh´.